Ki-taek is de pater familias van een arme familie die in de kelder van een appartement samenhokt. Het wemelt er van ongedierte. Zijn hele gezin is werkloos en overleeft met het weinige geld dat ze krijgen voor het plooien van kartonnen dozen voor een pizzeria. Op een dag lacht het geluk Ki-taek tegemoet als zijn zoon Ki-woo, op aanbeveling van een vriend, als privéleraar Engels aan de slag kan bij een rijke familie in een exclusieve wijk hoog boven Seoul. Hij kijkt zijn ogen uit in de prachtige villa, waar dienstpersoneel werkt en de eigenaar, de heer Park, zelfs een eigen chauffeur heeft. Listig probeert Ki-woo er ook zijn zus en ouders aan een job te helpen ...